Lieve Merel,

Dinsdagavond, Gelredome, net iets voor achten, 

in een mensenzee, opgewonden van het wachten,

elf oranje helden en heldinnen, 

hand-in-hand, met onze oranje Leeuwinnen

 

Alle twee-en-twintig, ieder in hun eigen pas,

spanning op ‘t gezicht, over het Arnhemse gras,

wachtend op de wedstrijd, kinderen met een verhaal,

allen prachtig, bijzonder en speciaal

 

Vol van geluk, staand op de middenlijn,

werden zij gezien en mochten zij er zijn,

hand in hand, een beetje ondersteund,

of tegen hun Leeuwin aangeleund

 

Met jou liep Joris die avond mee,

jij spleet voor hem de supporters-zee,

keek naar hem om en gaf hem vertrouwen,

hij voelde dat hij op jou kon bouwen

 

Jij gaf hem de avond van zijn leven,

een lichtheid waardoor hij mocht zweven,

een gevoel dat hij niet altijd ervaart,

omdat die ziekte zijn leven verzwaart

 

Hij glom van trots want hij mocht er zijn,

midden op het veld, en nu eens niet langs de lijn,

voelde hij zich sterk als een oranje leeuw,

had hij de avond van de eeuw

 

En de volgende dag ging dat nog door,

al zijn klasgenoten riepen in koor:

Joris wij zagen jou op TV,

jij mocht met Merel mee!!

 

Lieve Merel, heb jij enig benul,

wat deze avond betekende voor deze knul,

hoeveel kracht jij Joris hebt gegeven,

wat dit betekent in zijn leven?

 

Jij bent zijn ster, op en naast het veld,

liet hem een volwaardig mens zijn, dat is wat telt,

hij wenst jou geluk, bedankt je en zegt met een lach:

Lieve Merel, pluk elke dag!